... | |
bundel Uit ons hart geschreven - 1995
Vacuüm Cultuurnetwerk: Selectie uit dichtbundel 'Uit ons hart geschreven' Uit ons hart geschreven / (c) Sjoerd van Berkel, Felix Hogeboom / Alkmaar, Heiloo - december 1995 / NUGI 310 - gedichten (oorspronkelijk) / 50 ex. Plein Op het naamloos plein leunt wat jeugd, zij weten weinig vragen tussen hen opgerookt en opgedronken verveeld en achteloos 't onbeholpen gaan, zichzelf bewijzen Liefde plat als de snackbar op de hoek Eerlijke bakkers en slagers wonen er te vinden achter de erkers van hun vaders zonen sleutelen er aan brommers de spijkerbroekenmeisjes lachen wat op het naamloos plein Terwijl de bomen langs de weg verkleuren door de seizoenen heen worden de tennisballen geslagen zolang dat mogelijk is door opgetutte moeders met de kinderen naar school op het naamloos plein Door de gemeente wordt geschoffeld de oudjes broos in wollen jas over de zebrapaden jeugd met walkman op de fiets een banale droom met peuken op de stoep en bij het jeugdhonk bonkt het verzet tegen de loze tijd als vanouds het naamloos plein zoals vermeld in ambtelijke annalen Het leven bleef er wankelend en schimmig als het vreemd-oranje licht uit strakke lantaarnpalen de man tot slot die dit naamloos plein van poëzie voorzag het was de laatste man een dwaze vogel van de volle maan verdwijnend in de diepe nacht. Ik zag je staan Ik zag je staan en zei: hallo jij zei: denk maar niet, dat gaat zo, zo ik heb mijn principes en ik zei: 0, en vroeg: wat is je naam? jij zei: het gaat je niks an en ik kan hier niet blijven staan en ik zei: o, moet je dan weg? jij zei: naar m'n werk dus je hebt pech, er moet nog een brief naar de belastingdienst die moet ik schrijven, ik kan hier dus niet blijven en ik zei: o, en vroeg: is het zo erg ? jij zei: ja, en ik zie op tegen een relatie met jou als een berg, want dan krijgen we kinderen en die zullen hinderen en ik zei: o, en vroeg: wil je een ijsje? jij zei: nee, want dan denk je gelijk, ik ben jouw meisje, da's altijd hetzelfde wijsje en ik zei: o, en vroeg je adres jij zei: gaat je niks an en ik moet eten het is al half zes en ik zei niks meer. Nu is de nacht gekomen Nu is de nacht gekomen en ieder ligt op één oor de kankeraars, de kritikasters de mooie juffrouwen de serveersters, uitgebuit en moe want nu, nu is de nacht gekomen Nu is de nacht gekomen eenieder is de baas in bed de onderwijzers, beterweters de bakkers en de boeren de hoertjes, uitgebuit en moe nog niet, want nu is de nacht gekomen Kousevoeten, eten moeten muizen in de keuken kouwe stenen en op de tast jouw deur weten te vinden nee, verdomd, het is je moeder en ik weer terug op kousevoeten plassen moeten meisjes giechelen Ans, kijk uit! Nu is de nacht gekomen schepen snurken in de haven ik kan de masten zien ze spiegelen het water en ik voel me bang en eenzaam want de nacht is nu, is nu gekomen. Suite Bergamasque Waarom is zij zo akelig stil ? net of ze niet meer weet wat ze nog zeggen wil Ze houdt het roer in haar handen als dit zo doorgaat zullen we nog stranden Stuurvrouw, zeg nog es wat wat voor problemen heb je op de wal gehad? Waren het zeelui die je pestten is je Liefde over of zit je anders in de nesten ? Nooit zeg je een woord teveel niemand neemt in jouw ellende deel Maar ineens zie ik dat jouw buik iets dikker is ik weet ineens de reden van jouw droefenis Jij zegt: ga weg, wat doet u hier? ik antwoord rustig ik ben een passagier Zij zegt: bent u gek verdwijn onmiddellijk of ik werp u van het dek En ik ga weg, verslagen en durf verder niks meer te vragen. Fragment uit het dagboek van een onbekende man, gevonden op het strand bij Scheveningen 3 april 1968, waarschijnlijk behorende bij een opvarende van het motorschip Lutina, vergaan 31 maart 1968, waarbij ook de genoemde stuurman om het leven kwam. Schuchter vluchten Achter ramen van huizen die ik niet durf te kennen wonen mensen tevele mensen eenzaam terwijl de beeldbuis straalt en hen zonder mededogen met de wereld verbindt een wereld die hen klein houdt met oorlogen en tekorten uitweidingen in kranten een schaduw die kou brengt in 't hart waar kwaad en onvermogen worden bevestigd waar de droom allang gestorven is eenvormige gordijnen langs galerijen van de middelmaat de hond, de kat snuisterijen op de vensterbanken de barbeque met pils in hele kratten gevoel dat overvloed te krijgen is, te kopen is terwijl vele mensen eenzaam wonen in straten die ik in het voorbijgaan liefst vergeten wil het is zo pijnlijk immers om illusieloos te leven voor het sterven langzaamaan al dood te gaan wat is een vlinder van de Schone Kunsten nog te midden van de roep van hoge heren om marktwerking en efficiency ? elke ongeregelde kleur een stille rebellie elke eigen dans een ijdele waan elke Kunstenaar een achterhaald figuur en verbittering hierover dom uitgelegd als een gebrek aan gezond verstand en dan nog, dan nog, dan juist roepen, schreeuwen, zingen om de Liefde als een kind een kind dat al teveel heeft meegemaakt. | |
Vacuüm Cultuurnetwerk Alkmaar - 2017 |