... | |
teksten Fruitcie.
Lied- en voordrachtteksten Fruitcompagnie Website Fruitcompagnie Fruitcompagnie is een kleinkunstgroep bestaande uit Sjoerd van Berkel en Felix Hogeboom (tekst/voordracht, zang) en Jelle Bouwhuis (muziek, gitaar/synths.) die eigen poëtische teksten voor een zo breed mogelijk publiek brengt. Orginaliteit, afwisseling en gevoelslading komen op de eerste plaats. De teksten variëren van vlinderlichte light verse tot romantische ironie, lyriek en bevreemdend surrealisme.  De groep is ontstaan in 1993 vanuit de behoefte van de tekstdichters om het eigen creatieve werk op het podium te brengen. Inmiddels werd meer dan tweehonderd maal opgetreden voor divers publiek waarbij duidelijk werd dat er een groep liefhebbers voor dit eigenzinnige kunstinitiatief bestaat. Hieronder een kleine greep uit het repertoire als voorproefje. Voor informatie en boeking van eventuele optredens klik op Fruitcompagnie. Aan zee Soms sta je weleens aan een strand De golven rollen zomaar op je toe Machtig alleen ben je tussen al dat zand Zout proef je op de tong Je kijkt naar de wapperende haren van je vriendin Ze lacht nog Want op het strand een vleugellamme meeuw, Een weggelopen kind, een achtergelaten parasol Een grommende hond zoekt een stuk hout Terwijl de zon onder gaat in het grijsblauwe water Zie jij al de munt in de parkeermeter vallen De mode op de boulevard bekijkt je arrogant, Het is tijd om naar huis te gaan Dan ploeg je door die polder Je banden zacht, de motor koud Karren mest over de provinciale weg Het dorp is in slaap, de stad is nog niet uitgegokt Soms sta je weleens aan een strand Ze heeft je hand niet meer, ze heeft je hand niet meer Je autosleutels vallen op de grond Een strandhotel zonder toerist, de hermandad is ook al weg Bij de boeren is het donker Op de kamer met het kaartspel na Vijandschap in de kroeg Dus ga je terug naar de zee die zwijgzaam zucht, Ziet dat het vuurtorenlicht je bespot, vleugellamme meeuw Autosleutels ergens op de grond, kilometers zand Soms sta je weleens stil bij de nuchtere kust Van je land van kleine mensen Mensen zoals jij, Nederland ... (Soms sta je weleens aan een strand ...) [FH-1995] Alles achterlaten Alles achterlaten weggaan, zachtjes weggaan in de nacht alles achterlaten, niemand meer voor lief, niemand om te haten weggaan, zachtjes weggaan in de nacht  Alles achterlaten, voorbij, voorbij de herinnering aan zoete dromen geen jas, geen tas om mee te nemen geen broodje kaas helaas, achter je de deur niet meer op slot want god er valt niets meer te halen allles achterlaten, alles achterlaten en weggaan, weggaan in de nacht En de regen zingt zacht, een liedje van vergetelheid de burgers snurken en in de kroegen lurken, de zuipers, de onderkruipers ik ga voorbij en ik laat ze achter voorgoed, de morgen tegemoet geen kameel zal door het oogje gaan, dus kom eraan, laat de modder achter Alsjeblieft liefste, noem me geen liefste, alles achterlaten, weggaan, zachtjes weggaan in de nacht zonder een kus, onverwacht. [SvB-1996] Barok Begin bij de tuin, kijk omhoog, waar het haar van de engelen een deken is in de kou van het heelal Ik ben een oog, ik ben een kabel je hoort stemmen, een gitaar overstemd je bent in je eigen vlees worm, knaag je weg verder en geniet Waarom zit hij zo gebogen ? Krijgt hij straf ? Nee, hij krijgt geen straf, geen pillen op zijn bord Kijk hem dansen met dat gezicht als een kruising tussen een appel en een peer zijn spanning is onverdraagzaamheid de gevel is barok, messcherp in het licht tocht langs zijn schouders haar blik is wreed, de teennagels rood gelakt, nee, paars, paarse monstertjes steken uit de sandalen inspiratie is er niet, ik wandel door het dorp, langs de vuilnisbakken, Ken je het draaiorgel en ken je de blinde zanqer ? Ze staan tussen de massa's ik ben bang voor de massa 's het roffelen van de voeten, het in en uit de winkels gaan het in en uit de winkels gaan Hoor de wind ruisen, nee zuigen over de onzichtbaar hoge bergen boven dit dal en hoor ze lachen en borrelen en vertellen over wat er uit het rijk van de doden komt De doden op deze berg zijn talrijk zij kozen het lot, het lot koos hen. [SvB-1995] Beethoven sonate no. 8 Wat heb ik nog te wensen ? Zijn al mijn sterren als kometen uit de hemel gevallen ? Nee, ik wil jou steeds minder zeggen, Want ik weet dat je liever je hoofd dicht tegen mijn schouder hebt En dat je zo zonder weegschaal, zonder zwaarte Een eindje wegdrijft op het sleutelbeen En als het nacht is verdwijnt juist al het donker uit je weemoedige polsen En je speelt in je nachtjapon om de slaap te verdrijven, In totale rust ben jij het kind Dat het metrum in zijn handen heeft. [SvB - 1995] Dame met het rode hoedje Ik reis naar Amsterdam om op te treden in de tweede van der Swindenstraat daar zing ik in de nacht op straat: Jij dame met het rooie hoedje daaronder je lieve bleke snoetje rood staat goed op wit het hoedje heeft de juiste snit jij hebt de meeste pit Jij dame met het rode hoedje Ik zing onder jouw balkon terwijl mijn vriend in zijn ouwe deux-chevautje wacht de motor draait, portier staat open en ik zing: Jij dame met het rode hoedje daaronder je lieve bleke snoetje rood staat goed op wit jij hebt de meeste pit Jij dame met het rode hoedje Ik vlucht want jouw vriend komt me tegemoet hij denkt aan appelmoes en andere fijne stoffen en ik zing: Jouw dame met het rode hoedje pas goed op haar lieve bleke snoetje rood staat goed op wit haar hoedje heeft de juiste snit jij hebt de minste pit maar dan jouw dame met het rode hoedje Jij dame met het rode hoedje .... [SvB-1993] De droom 4 Heden keken man en vrouw elkaar aan met nieuwe ogen, heden werd elke dans beproefd, heden ontwaakten zij uit hun dromen en pakten de werktuigen op om hun onderhoud te oogsten, daarna het feest te vieren van ontmoeten zonder onderscheid van kleur of ras, maar het vlees was eerder op, verblindend is de overvloed te koop, afgunst en schraapzucht zetten fatsoenlijke maskers op, men eet de dag en drinkt de nacht, om zichzelf daalt men af, de schurk woont er om de hoek, gordijnen dicht, geen toevluchtsoord, de waarheid van de afvalstort, duister zijn de poelen, om zichzelf daalt men af. [FH-1994] Deze nacht Deze nacht lig je bij mij in bed je slaapt zoals je in m'n dromen slaapt ik zeg niets maar bekijk het rijzen van je borstkas deze nacht,de mooiste van mijn leven eindelijk in het koren van de lakens. Deze nacht,de langste nacht van 't jaar met ogen van zilver en monden van goud en lippen zacht als honing bijen in vogelvlucht naar bloem deze nacht, de warmste van mijn leven eindelijk in de toren van verlangen. Deze nacht, gewikkeld in naakt zijn met zielen bloot en kwetsbaar zo vaart het schip van de liefde de zeilen in vertrouwen gestreken deze nacht, de liefste van mijn leven eindelijk in de waterval van haar armen. Deze nacht, ik blijf in deze nacht, voor altijd onder jouw sterren stof van planeten stuift weg over jouw voorhoofd, jouw haar deze nacht,de diepste van mijn leven eindelijk om de andere nachten te vergeten. [SvB-1996] Echo van wens Ik geef je het licht door de ramen in de kamers Ik geef je drinken uit een mok Ik mors met thee Ik struikel over onzinnige woorden Hoe mooi het is tot de avond Ik zit verstrikt in liefde Hoop dat je begrijpt Naakter kan ik niet zijn Ik wil bevrijden in gebaren Ik wil bevrijden in de dans Ik wil het zeggen, schreeuwen, ademen Dat ik van dit alles houd Over bergen, over dalen Neem je mee naar mijn land Leven in lentes met kleurig licht Met jou op zoek naar de klank van tederheid Ik ga in zee De wind die golven maakt Overal wil ik die liefde proeven Op jouw zoete huid In kruidig gras Bewaar alleen je dunste bloes Jouw jeugd Neem je mee naar mijn land van voelen. [FH-1995/2000] De eenzame danser Langzaam danst de danser rond Zonder een danseres aan zijn mond De nachten zijn lang Maar hij is niet bang De quickstep en de tango Hij danst erg slepend maar niet zo dwepend Hij is al te oud voor de grote show De lichten zijn al gedoofd Maar hij staat nog steeds in de zaal De barman schudt zijn hoofd Dit was de laatste maal Dan denkt hij aan het grote succes Dat hij te kort heeft geproefd Ja, een danser wordt snel oud Zodat hij niet meer hoeft De zaal is nu leeg en verlaten Er wacht geen vrouw en geen kind Hij denkt terug aan die dagen Dat hij verliefd was en bemind Maar eens is het tijd voor een afscheid De jeugd die ontglipt ook aan hem In het café kijkt hij weemoedig Naar het leven dat aan hem passeert. [GH-FH-1998] Fruitstock : Wee hij die .... Wee hij die leeft in het geschemer van oppervlakkigheid hij haat zijn eigen schaduw, zelfs zijn geweten hij is een gevaar voor zichzelf, voor miljoenen omdat hij zijn draagkracht van vleugels niet kent Hij is als een slak zonder schelp een bloem zonder blad, een walvis zonder zee De oppervlakkige is in goed gezelschap als korrels in de woestijn, zo rukken zij op en willen ze zijn, ze willen zijn, lichter dan lucht, lichter dan niets, het absolute niets het niets dat onrechtvaardig is, want geen verantwoording draagt de onnozele, hij draait zich nog es om in de morgen, hij wil alleen zichzelf. [SvB-1996] Ga nu maar slapen vrienden Ga nu maar slapen vrienden, want het loon dat wij verdienden, ligt achter ons en op de planken, er is niets om voor te bedanken En alle haast, en alle spijt, ze zijn voorbij, voorbij, ze zijn opgelost als kometen in de dampkring En de zaken waar ik nu nog over zing, zijn dingen die onze harten laten bloeien en onze bloemen in de tuinen laten groeien Ga nu maar slapen vrienden Hoe hard jullie vandaag ook waren, ik zal jullie in mijn laatste verzen sparen Want jullie lijden tevens aan de eenzaamheid, een koorts veroorzaakt door een gebrek aan tederheid Ga nu maar slapen vrienden, want de liefde die we verdienden ligt achter ons en buiten de deur, er is een droom in kleur En alle haast, en alle spijt, ze zijn voorbij, de nacht brengt tijd en dromen om eindelijk bijelkaar te komen Ga nu maar slapen vrienden .... [SvB-1995] Het gezonde wantrouwen Ik vertrouw mijn dromen teveel, wantrouwen werkt beter, verhelderend, de lucht klaart op, de versluiering trekt weg, door de wolken een straal licht, verlicht de aarde en de donkere bewoners op de boerderijen en de erven, ineens zie ik mijn plaats op het land en onder het lachen van de maan, hoor, de trommels, Ik voel mijn maag weer, herinner mij jouw dans, je armen in de lucht en hoe je hijgde en hoe ik mijn dromen teveel vertrouwde maar ik zag je wel en wist dat je van me hield - hoe had ik kunnen weten dat je stuurloos was, uit de wetten van balans en dat je dus niet vergeet - op de kade zag ik je droom, ook jij vertrouwt je dromen teveel, ik vertrouw mijn dromen teveel en kan op de klippen lopen. [SvB-1996] Gezondheid Beste vrienden, kameraden Zing met deze kerel mee Laat onze rauwe stemmen klinken Over de kammen van de zee En laten we drinken en vrolijk zijn Al het zuur van het zoute zeemansleven Verzoeten door de wijn Dus: proost ! gezondheid ! Op het gezelschap ! En nog eentje op mijn eigen pens En laten we drinken en vrolijk zijn Op dit verrotte dek met alle hens Al het zuur van het zoute zeemansleven Verzoeten door de wijn Dus: Proost ! Gezondheid ! Op de vrouw waar ik zoveel van hou In stijl en in schoonheid trekt ze aan het langste touw Ze lacht en ze geniet Als ze op mijn knie paardje rijdt Er is niemand hier te vinden Die voor zo weinig centen met haar vrijt Dus: Proost ! Gezondheid ! Op het gezelschap ! En nog eentje op mijn eigen pens En laten we drinken en vrolijk zijn Op dit verrotte dek met alle hens Al het zuur van het zoute zeemansleven Verzoeten door de wijn Ons schip wacht in de haven Klaar om het ruime sop te kiezen Ik wens haar een behouden vaart Zonder het anker te verliezen En als ik jou ooit nog ontmoet Op het land of op de zee Zal ik altijd blijven denken aan wat je voor me dee ! Dus: Proost ! Gezondheid ! Daar ga je ! [SvB-1993] * Informatie boeking optredens Fruitcompagnie | |
Vacuüm Cultuurnetwerk Alkmaar - 2017 |